Verslag Archipel #1
Thema: Verleden, Heden en Toekomst van de Utrechtse Kunsten.
Utrecht barst uit haar voegen van de kunstenaars, musea en podia. Toch staat ze niet bekend als cultureel metropool. Hoe is dit beeld ontstaan, hoe ontwikkelt dit zich en klopt deze stelling eigenlijk wel? Dit zijn vragen die wij op de eerste ARCHIPEL avond stellen.
Om dit te onderzoeken hebben wij Jan-Willem van Noord (kunsthistoricus) en Martijn Buser (programmeur Gaudeamus muziekweek) uitgenodigd om over het verleden en de toekomst van de Utrechtse kunsten te spreken. In gesprek met het publiek (de mede-onderzoekers) willen wij een licht werpen op het heden van de Utrechtse kunsten en de potentie van Utrecht als cultureel metropool.
Wat is ARCHIPEL?
ARCHIPEL is een samenkomst van artiesten Remco Jacobs, Guusje Ingen Housz en Stef Veldhuis. Onder deze noemer willen wij de verschillende eilandjes die in de Utrechtse kunstscene liggen in kaart brengen en waar mogelijk nieuwe verbindingen faciliteren. Regelmatig organiseren we lezingen met verschillende onderwerpen en sprekers. Hier nodigen wij het publiek uit om samen met ons te ontdekken en onderzoeken.
Spreker 1: Jan-Willem van Noord (Kunsthistoricus)
Introductie
Jan-Willem draagt deze avond een ganzenveer in zijn haar. Hij vertelt over zijn specialisatie in de kunst van de Noord-Amerikaanse Indianen en de collectiviteit gedachte die sterk leefde onder deze volkeren (bv. de Mandan indianen). “Wat doen ganzen als ze in V-formatie vliegen?” vraagt hij.. “De voorste vangt alle klappen op en de rest moedigt die voorste gans aan ‘kom op nog ff!’… Ik vind dat Utrecht dit ook wel kan gebruiken..” aldus Jan-Willem.
“Er is vandaag de dag een stereotype beeldvorming van ‘de kunstenaar’. Diegene die mismoedig op zijn zolderkamer bij kaarslicht een reactie op de wereld levert... Dit is niet altijd zo geweest en hoeft niet zo te zijn.” We beginnen bij de Renaissance.
Vanaf de Renaissance hebben kunstenaars zich altijd gegroepeerd. Waarom?:
- Samenwerken
- Productie
- Elkaar motiveren
- Educatie // Zo’n formatie diende ook een educatief doel. Meester op meester relaties.
- Ideologie // Tevens werd er een onder de aangesloten leden gedeelde ideologie verspreidt. (iets wat we later in de geschiedenis bij ‘de Stijl’ zien)
- Kritiek leveren.
Renaissance werkplaatsen
We zien een afbeelding van een (schilderkunst) werkplaats zoals in de 16e eeuw. Kinderen tot 12 jaar werden in deze plaatsen aangenomen wanneer je talent en geld had. Je betaalde schoolgeld en ging 3 tot 6 jaar in de leer. Dan kreeg je kunstonderwijs, onderdak en voedsel. De werkplaats was dus tevens een woonplaats! 24/7 bezig met kunst leren. Een van de dingen die je leerde was werken naar de natuur, de werkelijkheid (Bijv. het oefenen in het tekenen van ogen). Aan het hoofd van de werkplaats stond een ‘meester’(vakman) of meerdere meesters. Werk/Opdrachten van de meester werden meestal deels aan gevorderde leerlingen overgedragen. De meester zette de contouren en greep in als het echt mis ging. Weer anderen mengden de pigmenten. Zo’n werkplaats was een totaal bedrijf.
LES XX (1883 – 1893)
In deze tijd gaat ‘het individu’ in het kunstenaarschap een grotere rol spelen. Vincent van Gogh wil bijv. groepen formeren met Paul Gauguin, maar Gaugain zag dat karakter van van Gogh niet zo zitten. Een anti-acamdemische beweging kwam op in deze tijd . Het presentatie-mechaniek voor alle kunstwerken van de 19e eeuw was dat je via de salon aan het publiek bekend werd, volgens allerlei regels. Hing je niet in de salons, dan was je mislukt. Hiertegen kwam een beweging op, men vond het te stijf. Ook het perfect leren schilderen ‘naar de natuur’ riep aversie op. Men vond het een trucje worden.
L’art moderne. (TOOROP / RODIN/ SIGNAC)
In het schilderij ‘de intrige’ van James Ensor was een no-go wat kleurgebruik betreft. De afgebeelde personen dragen maskers, wat refereerde naar- én kritiek was op de salonwereld. Men vond dat “de mensen die deze salonwereld runden maskers droegen en weigeren mee te gaan met wat er daadwerkelijk in de kunstwereld gaande is.”
De groep, deelde deze opvatting, maar waren tegelijkertijd te individueel met hun eigen opvattingen over de wereld, waardoor het als groep uiteindelijk niet werkte.
DE STIJL
Het hoofddoel van Theo van Doesburg, oprichter van De Stijl was om een (nieuwe) esthetiek vorm te geven. Hij wilde een universele schoonheid ontwerpen. Radicale hervorming. Super idealistisch.
Ook in deze groep was de coherentie een beetje zoek en liep op een gegeven moment stuk. Mensen zeggen/speculeren vaak dat dit aan dingen als een ‘fight’ over diagonalen met Mondriaan te wijten is. Maar het ging om heel andere dingen.
KUNSTLIEFDE (1807 – heden)
Een van de weinige Utrechtse kunstgroepen die tot op de dag van de dag van vandaag nog steeds bestaat is Kunstliefde (Nu gevestigd op de Nobelstraat). Dit was een groep van Kunstliefhebbers, handelaars, bewonderaars, minnaars etc. Er moest een collectief komen met een aantal leden. Dat aantal groeide en de collectie groeide daarmee. Dat maakte hen bijzonder. Nadruk op klassieke kunsten. Dit liep op een gegeven moment mis, op het punt ‘afkeer van moderne kunst’ . Voor moderne kunst moest je je inlezen om er iets van te begrijpen. Een aantal kunstenaars uit de groep kunstliefde haakte hierop af. Er ontstond financiële nood. In 1918 moesten er 63 werken verkocht worden van hoge kwaliteit, om daar uit te komen.
Ze hadden voor die tijd een gebouw waar de collectie hing, het huidige conservatorium van Utrecht was dat gebouw.
TOEKOMST ???
Kunstgroepen zijn niet meer helemaal wat het geweest is. Wordt het dan niks meer? Nee utrecht heeft potentie. De uitgebreide historie en kunstenaarsverdeling ligt hier ten grondslag aan.
Reacties & Vragen uit het publiek // discussie naar aanleiding van Jan-Willem van Noord
Publiek: ‘Is het na 10 jaar gedaan met een kunstenaarsgroep?’
JW: ‘Te veel individualisme binnen de groep zorgt voor verdeling.
Andere reden is dat deze groepen vaak samen een bepaald manifest schrijven waarmee ze veel vlam vatten, maar het publiek /aanhang niet ver genoeg meekrijgen. Het is kortstondig heftig en eindigt met een flauwe sisser. Wederhoor stopt.’
Publiek: ‘Is daar iets aan te doen?’
JW: ‘Ja, Ik denk dat wanneer je echt met iets komt, een groep met een geluid hebt..’
Publiek: ‘Van je voorbeelden uit de geschiedenis kreeg ik de indruk dat Utrecht heel erg gaat over esthetiek, terwijl het bij de constructivisten in Rusland bijvoorbeeld, heel erg om ideologie draait. Waarom vinden wij het moeilijk om met een krachtige ideologie te komen?’
JW: ‘In de tijd dat dingen nog politiek waren , jaren 70, 80 ging kunst nog heel erg over politiek en was dat wel meer aan de hand. Deze tijd is niet zo politiek.. maar wellicht wel een tijd waarin het voor te stellen is dat een groep kunstenaars zich verenigd vanuit een bepaalde ideologie.’
Publiek: ‘Kan een groep nog een verschil maken nu?’
JW:Ja zeker, het verleden heeft dit bewezen. In de vroeg moderne periode staan er heel veel groepen op met een geluid, maar ze lijken op zeker hoogte op elkaar. Wat opmerkelijk is, is dat veel van die groepen ook architecten in hun midden hadden. Een ruimte met bepaalde uiterlijkheden waar ze zich in vestigden.’
*** STOF TOT DENKEN ***
- Welke betekenis kan een collectief of groep kunstenaars dragen, in deze tijd waarin bijna elke kunstenaar eigen ondernemer is? Waarom zouden we elkaar nodig kunnen hebben?
- Uit de geschiedenis blijkt dat een groep vaak een ruimte aan zich gebonden had of zelfs een ‘eigen’ architect in hun midden. Is zoiets nog denkbaar? Hoe kunnen we in deze tijd (in Utrecht) een ruimte creeëren vanuit de groep? Welke ruimtes zijn er (broeiplaatsen??) Welke zijn er niet en wel nodig eventueel? Wat is jouw ideale ruimte? Hoe verhoudt deze ideale ruimte zich tot een groep/ideologie?
- Ben jij als maker/kunstenaar aangesloten bij een groep? Wat deel je met hen? Wat zou je met een groep willen/kunnen delen?
- Waarom zijn kunstgroepen niet meer helemaal wat het geweest is? Heb je daar gedachten over?
Spreker 2 : Martijn Buser (programmeur Gaudeamus muziekweek)
Introductie
“Begonnen als stagiar bij theater kikker, tot 2011 deden ze muziek, totdat ik er uit gekikt werd. In 2011 kwam Gaudeamus (oudste muziekfestival van Nederland) naar de stad Utrecht, dit was mijn persoonlijk redding. Gaudeamus is een festival voor nieuwe componisten (de Mozarts van nu). Van allerlei dingen krijgen een podium. Moderne popmuziek, elektrisch instrumentarium. ‘Cutting edge contemporary music’ & ‘What is happening in new music?’ zijn kernwaarden van dit festival.”
Gaudeamus als huis
Gaudeamus Festival is ontstaan in een huis in Bilthoven (ca.70 jaar terug). Na WWII, wanneer mensen graag samenkwamen om nieuw muziek te luisteren. Al snel kwamen beroemde componisten ook naar deze plek toe zoals Ligeti en Stockhausen.
Onbekende namen - Gaudeamus in Utrecht
MB: “Gaudeamus krijgt vaak te horen: ‘jullie hebben niet zoveel publiek..’ maar dit is ook niet zo gek wanneer je onbekende namen op het programma zet. De stad Utrecht wil zich profileren als ‘Muziekstad’. Er zijn ontzettend veel muziekfestivals in de stad (Le Guess Who, SPRING dance, Festival Oude muziek)”.
‘Wat doet die man daar nou op het podium?’ Gaudeamus programmering
“Gaudeamus zit in een bepaald niche van de hedendaagse muziek. Wij zien wel dat jonge hedendaagse componisten zelf de uitvoeringspraktijk opzoeken. ‘Zijn ze zelf hun beste uitvoerder?’ is de vraag. Dat weten we niet. Wel ziet men wie de afzender is van het stuk. Dat is iets wat in deze tijd speelt/ waar belang aan wordt gehecht. Ter illustratie. Tijdens festival Oude muziek was er een modern stuk (d.w.z. geschreven door een nog levende componist) uitgevoerd. Deze componist liep na het stuk het podium op om het applaus in ontvangst te nemen. Maar men was hopeloos in de war: ‘Wat doet die man daar nou op het podium?!’ Op het Gaudeamus festival is enkel muziek te horen van nog levende componisten!”
Van underground naar boven.
“Een belangrijk onderdeel van de Gaudeamus is elektronische muziek. Besef je dat zonder de eerste tape manipulaties( Stockhausen, Boulez: snel bestempeld als ‘piep-knor’ muziek), er nu geen elektronische muziek zou zijn. Die eerste experimenten liggen ten grondslag aan de elektronische muziek van nu (ook commerciële muziek), programma’s als ableton live (waar veel dj’s mee werken) zouden niet bestaan zonder die eerste experimenten. Gaudeamus biedt een podium aan die nieuwe wegen. Bv. De act ‘De beren gieren’ bestaande uit contrabas, piano en drums. Ze zijn steeds meer met synths aan de haal gegaan om hun traditionele palet uit te breiden en nieuwe wegen te bewandelen.”
Hedendaagse muziek en de rol van de live-praktijk.
MB: “ Wat ik langzaam zag gebeuren is dat door de veranderende markt (geen opbrengst meer door cd verkoop), er meer live uitgevoerd wordt. Met de live-praktijk wordt het geld verdient. Als festival heb je hoofdacts nodig (die rond de 15- á 20.000 euro per optreden vragen). Deze hoofdacts trekken het publiek. Hier staat tegenover dat je er heel veel kleine, onbekende acts omheen kunt programmeren, die zo een ‘passerend publiek’ krijgen, opgepikt kunnen worden en kunnen doorgroeien.”
Festivalisering
“Wat ik ook zie gebeuren is festivalisering’, zegt Martijn, ‘Het aanbod van podia staat ontzettend onder druk, omdat er zoveel festivals zijn.”
Iets mag mislukken – de bijdrage van Gaudeamus.
“We gaan voor innovatie en experiment. Als jonge maker is het ontzettend moeilijk om iets te ontwikkelen. Wij helpen hen daarbij. Iets mag ook mislukken bij ons. We hebben gedurende het jaar door bijvoorbeeld try-outpodia bij muziekhuis Utrecht.”
Doorstromen in de Utrechtse kunstscene
“Utrecht is een stad, waarbij je als pop-act veilig kunt experimenteren zonder de druk van de buitenwereld en zo kunt groeien binnen de stad. Utrecht kent qua podia mooie gradaties.
stap 1 is bv. een try out podium, kleine plekken als het muziekhuis, dB’s.
stap 2 zou RASA zijn, (nu in moeilijkheden) maar iets met soortgelijke grootte en functie.
stap 3 is dan bijv. TivoliVredenburg.”
Voor wie is Gaudeamus?
MB: “Niet per se mensen die een strijkkwartet willen schrijven, maar wel voor makers die bv. iets op een onorthodoxe plek willen doen, of een nieuw instrument willen ontwikkelen. Ze willen de presentatie van hun muziek ontwikkelen, veranderen.” (Volgend jaar is op het festival bv. een ‘landscape series’ te zien. Een stuk van 75 minuten in installatie-achtige setting waar je je als publiek doorheen beweegt.)
Reacties & Vragen uit het publiek // discussie naar aanleiding van Martijn Buser
Publiek: ‘Utrecht kent veel niches. Neem nu Le guess Who: Een festival wat veel internationaal publiek trekt. Maar wat is nu de meerwaarde hiervan voor een stad als Utrecht. Maakt dat het in Utrecht is nu werkelijk uit? Zou het festival niet evenveel gasten trekken als het ergens op een weiland gehouden werd? Waarom is LeGuessWho een Utrechts ding? behalve dat Utrecht logistiek en centraal gelegen is?’
MB: ‘Je hebt als stad niches nodig om te groeien. Naast mensen uit eigen stad, heb je internationale mensen nodig. Door de samenvoeging met lokale makers, kunnen bijvoorbeeld peermakers van allerlei wereldfestivals nieuw acts ontdekken en boeken.’
Publiek : ‘In de praktijk zie je dat alle bands met enig commercieel succes dezelfde route hebben bewandeld.’
MB: Gaudeamus is niet bezig met commercialiteit. Daar waar het veld het meest lastig heeft, de krenten uit de pap halen en presenteren. Michel van der Aa bijvoorbeeld, heeft in 1999 de Gaudeamus prijs gewonnen en heeft wereldwijd inmiddels 5 opera’s gemaakt. De prijs die wij uitreiken heeft internationaal een enorme spin-off. Festivals kijken naar elkaars festivals en weten zo, dit en dat kunnen we oppikken.
Vragen vanuit Archipel:
‘Veel Utrechtste alumni van de kunstacademie vertrekken uit Utrecht. Waarom is dit?’
MB: ‘Ik zie dit ook gebeuren. Neem nu de Utrechtse geluidskunstenaar Dianne Verdonk. Ze kan geen plek vinden in de stad waar ze 24/7 kan werken of zelfs haar zelfgebouwde instrumenten kwijt kan. ‘Wie heeft hier wel zo’n plek gevonden?’ (bijna niemand in ons publiek..) In Utrecht is de lat vrij hoog om tegen gunstige tarieven je professie uit te oefenen.’
‘Waarom worden er op young composers meeting, onderdeel van het Gaudeamus, nauwelijks tot geen Utrechtse componisten geplaatst? Is dat niet een beetje vreemd, geen componisten van eigen bodem?’
MB: ‘Om eerlijk te zijn vind ik wat er op compositiegebied in Utrecht gebeurt niet interessant genoeg. Teveel voortbordurend op het verleden, op wat is geweest. Wij staan voor ontgonnen terrein en zitten niet te wachten op een Haydn copycat.’
Publiek: ‘Is Utrecht ondergeschikt aan Amsterdam, Den Haag, Rotterdam?’
MB: ‘Utrecht is eigenlijk underground… (behalve NFF). Maar een festival zoals SPRING zijn pioniers in signaleren. Gaudeamus ook. Wij durven dingen in deze stad te tonen die 5 jaar later op Holland Festival staan. Ik zie Utrecht als een plek waar je dit kan doen. Wat een andere stad niet durft.’
De archipel Utrecht
MB: ‘Wat ik misschien wel mis is dat de eilandjes een vrij eigen/specifieke discipline hebben en er geen kruisbestuiving tussen bestaat. ‘
*** STOF TOT DENKEN ***
- Er zijn weinig plekken in Utrecht waar je tegen gunstig tarief je beroep kunt uitoefenen werd gezegd.. Hoe kunnen we dit verbeteren? Het Amsterdamse initiatief ‘Splendor’ *) is in de discussie genoemd. Is zo’n plek denkbaar in Utrecht?
- Hoe kan kruisbestuiving gerealiseerd worden in Utrecht? Is hier behoefte aan? Waardoor vind het zo weinig plaats? Is dit een geografisch, ideologisch, bureaucratisch probleem??
- Even worden de doorgroeimogelijkheden die er bestaan in Utrecht voor het poptraject besproken. Hoe zit dit bij andere disciplines?
- Waar snijdt het kunstonderwijs zichzelf in de vingers?
- Waar begint educatie / culturele opvoeding?
*) Splendor is een Amsterdams initiatief/ community van musici en componisten. Elk lid van deze ‘club’ heeft een bedrag ingelegd om een eigen ruimte/concertgelegenheid te renoveren en creeëren. Elk lid betaald per jaar een bepaald bedrag om de ruimte te onderhouden en draait verplichte diensten/taken in het gebouw. In ruil daarvoor kunnen ze daar repeteren, samenwerken en concerten organiseren. Publiek kan zich abonneren op Splendor of losse kaarten kopen voor concerten.
Samenvatting door Guusje Ingen Housz
Thema: Verleden, Heden en Toekomst van de Utrechtse Kunsten.
Utrecht barst uit haar voegen van de kunstenaars, musea en podia. Toch staat ze niet bekend als cultureel metropool. Hoe is dit beeld ontstaan, hoe ontwikkelt dit zich en klopt deze stelling eigenlijk wel? Dit zijn vragen die wij op de eerste ARCHIPEL avond stellen.
Om dit te onderzoeken hebben wij Jan-Willem van Noord (kunsthistoricus) en Martijn Buser (programmeur Gaudeamus muziekweek) uitgenodigd om over het verleden en de toekomst van de Utrechtse kunsten te spreken. In gesprek met het publiek (de mede-onderzoekers) willen wij een licht werpen op het heden van de Utrechtse kunsten en de potentie van Utrecht als cultureel metropool.
Wat is ARCHIPEL?
ARCHIPEL is een samenkomst van artiesten Remco Jacobs, Guusje Ingen Housz en Stef Veldhuis. Onder deze noemer willen wij de verschillende eilandjes die in de Utrechtse kunstscene liggen in kaart brengen en waar mogelijk nieuwe verbindingen faciliteren. Regelmatig organiseren we lezingen met verschillende onderwerpen en sprekers. Hier nodigen wij het publiek uit om samen met ons te ontdekken en onderzoeken.
Spreker 1: Jan-Willem van Noord (Kunsthistoricus)
Introductie
Jan-Willem draagt deze avond een ganzenveer in zijn haar. Hij vertelt over zijn specialisatie in de kunst van de Noord-Amerikaanse Indianen en de collectiviteit gedachte die sterk leefde onder deze volkeren (bv. de Mandan indianen). “Wat doen ganzen als ze in V-formatie vliegen?” vraagt hij.. “De voorste vangt alle klappen op en de rest moedigt die voorste gans aan ‘kom op nog ff!’… Ik vind dat Utrecht dit ook wel kan gebruiken..” aldus Jan-Willem.
“Er is vandaag de dag een stereotype beeldvorming van ‘de kunstenaar’. Diegene die mismoedig op zijn zolderkamer bij kaarslicht een reactie op de wereld levert... Dit is niet altijd zo geweest en hoeft niet zo te zijn.” We beginnen bij de Renaissance.
Vanaf de Renaissance hebben kunstenaars zich altijd gegroepeerd. Waarom?:
- Samenwerken
- Productie
- Elkaar motiveren
- Educatie // Zo’n formatie diende ook een educatief doel. Meester op meester relaties.
- Ideologie // Tevens werd er een onder de aangesloten leden gedeelde ideologie verspreidt. (iets wat we later in de geschiedenis bij ‘de Stijl’ zien)
- Kritiek leveren.
Renaissance werkplaatsen
We zien een afbeelding van een (schilderkunst) werkplaats zoals in de 16e eeuw. Kinderen tot 12 jaar werden in deze plaatsen aangenomen wanneer je talent en geld had. Je betaalde schoolgeld en ging 3 tot 6 jaar in de leer. Dan kreeg je kunstonderwijs, onderdak en voedsel. De werkplaats was dus tevens een woonplaats! 24/7 bezig met kunst leren. Een van de dingen die je leerde was werken naar de natuur, de werkelijkheid (Bijv. het oefenen in het tekenen van ogen). Aan het hoofd van de werkplaats stond een ‘meester’(vakman) of meerdere meesters. Werk/Opdrachten van de meester werden meestal deels aan gevorderde leerlingen overgedragen. De meester zette de contouren en greep in als het echt mis ging. Weer anderen mengden de pigmenten. Zo’n werkplaats was een totaal bedrijf.
LES XX (1883 – 1893)
In deze tijd gaat ‘het individu’ in het kunstenaarschap een grotere rol spelen. Vincent van Gogh wil bijv. groepen formeren met Paul Gauguin, maar Gaugain zag dat karakter van van Gogh niet zo zitten. Een anti-acamdemische beweging kwam op in deze tijd . Het presentatie-mechaniek voor alle kunstwerken van de 19e eeuw was dat je via de salon aan het publiek bekend werd, volgens allerlei regels. Hing je niet in de salons, dan was je mislukt. Hiertegen kwam een beweging op, men vond het te stijf. Ook het perfect leren schilderen ‘naar de natuur’ riep aversie op. Men vond het een trucje worden.
L’art moderne. (TOOROP / RODIN/ SIGNAC)
In het schilderij ‘de intrige’ van James Ensor was een no-go wat kleurgebruik betreft. De afgebeelde personen dragen maskers, wat refereerde naar- én kritiek was op de salonwereld. Men vond dat “de mensen die deze salonwereld runden maskers droegen en weigeren mee te gaan met wat er daadwerkelijk in de kunstwereld gaande is.”
De groep, deelde deze opvatting, maar waren tegelijkertijd te individueel met hun eigen opvattingen over de wereld, waardoor het als groep uiteindelijk niet werkte.
DE STIJL
Het hoofddoel van Theo van Doesburg, oprichter van De Stijl was om een (nieuwe) esthetiek vorm te geven. Hij wilde een universele schoonheid ontwerpen. Radicale hervorming. Super idealistisch.
Ook in deze groep was de coherentie een beetje zoek en liep op een gegeven moment stuk. Mensen zeggen/speculeren vaak dat dit aan dingen als een ‘fight’ over diagonalen met Mondriaan te wijten is. Maar het ging om heel andere dingen.
KUNSTLIEFDE (1807 – heden)
Een van de weinige Utrechtse kunstgroepen die tot op de dag van de dag van vandaag nog steeds bestaat is Kunstliefde (Nu gevestigd op de Nobelstraat). Dit was een groep van Kunstliefhebbers, handelaars, bewonderaars, minnaars etc. Er moest een collectief komen met een aantal leden. Dat aantal groeide en de collectie groeide daarmee. Dat maakte hen bijzonder. Nadruk op klassieke kunsten. Dit liep op een gegeven moment mis, op het punt ‘afkeer van moderne kunst’ . Voor moderne kunst moest je je inlezen om er iets van te begrijpen. Een aantal kunstenaars uit de groep kunstliefde haakte hierop af. Er ontstond financiële nood. In 1918 moesten er 63 werken verkocht worden van hoge kwaliteit, om daar uit te komen.
Ze hadden voor die tijd een gebouw waar de collectie hing, het huidige conservatorium van Utrecht was dat gebouw.
TOEKOMST ???
Kunstgroepen zijn niet meer helemaal wat het geweest is. Wordt het dan niks meer? Nee utrecht heeft potentie. De uitgebreide historie en kunstenaarsverdeling ligt hier ten grondslag aan.
Reacties & Vragen uit het publiek // discussie naar aanleiding van Jan-Willem van Noord
Publiek: ‘Is het na 10 jaar gedaan met een kunstenaarsgroep?’
JW: ‘Te veel individualisme binnen de groep zorgt voor verdeling.
Andere reden is dat deze groepen vaak samen een bepaald manifest schrijven waarmee ze veel vlam vatten, maar het publiek /aanhang niet ver genoeg meekrijgen. Het is kortstondig heftig en eindigt met een flauwe sisser. Wederhoor stopt.’
Publiek: ‘Is daar iets aan te doen?’
JW: ‘Ja, Ik denk dat wanneer je echt met iets komt, een groep met een geluid hebt..’
Publiek: ‘Van je voorbeelden uit de geschiedenis kreeg ik de indruk dat Utrecht heel erg gaat over esthetiek, terwijl het bij de constructivisten in Rusland bijvoorbeeld, heel erg om ideologie draait. Waarom vinden wij het moeilijk om met een krachtige ideologie te komen?’
JW: ‘In de tijd dat dingen nog politiek waren , jaren 70, 80 ging kunst nog heel erg over politiek en was dat wel meer aan de hand. Deze tijd is niet zo politiek.. maar wellicht wel een tijd waarin het voor te stellen is dat een groep kunstenaars zich verenigd vanuit een bepaalde ideologie.’
Publiek: ‘Kan een groep nog een verschil maken nu?’
JW:Ja zeker, het verleden heeft dit bewezen. In de vroeg moderne periode staan er heel veel groepen op met een geluid, maar ze lijken op zeker hoogte op elkaar. Wat opmerkelijk is, is dat veel van die groepen ook architecten in hun midden hadden. Een ruimte met bepaalde uiterlijkheden waar ze zich in vestigden.’
*** STOF TOT DENKEN ***
- Welke betekenis kan een collectief of groep kunstenaars dragen, in deze tijd waarin bijna elke kunstenaar eigen ondernemer is? Waarom zouden we elkaar nodig kunnen hebben?
- Uit de geschiedenis blijkt dat een groep vaak een ruimte aan zich gebonden had of zelfs een ‘eigen’ architect in hun midden. Is zoiets nog denkbaar? Hoe kunnen we in deze tijd (in Utrecht) een ruimte creeëren vanuit de groep? Welke ruimtes zijn er (broeiplaatsen??) Welke zijn er niet en wel nodig eventueel? Wat is jouw ideale ruimte? Hoe verhoudt deze ideale ruimte zich tot een groep/ideologie?
- Ben jij als maker/kunstenaar aangesloten bij een groep? Wat deel je met hen? Wat zou je met een groep willen/kunnen delen?
- Waarom zijn kunstgroepen niet meer helemaal wat het geweest is? Heb je daar gedachten over?
Spreker 2 : Martijn Buser (programmeur Gaudeamus muziekweek)
Introductie
“Begonnen als stagiar bij theater kikker, tot 2011 deden ze muziek, totdat ik er uit gekikt werd. In 2011 kwam Gaudeamus (oudste muziekfestival van Nederland) naar de stad Utrecht, dit was mijn persoonlijk redding. Gaudeamus is een festival voor nieuwe componisten (de Mozarts van nu). Van allerlei dingen krijgen een podium. Moderne popmuziek, elektrisch instrumentarium. ‘Cutting edge contemporary music’ & ‘What is happening in new music?’ zijn kernwaarden van dit festival.”
Gaudeamus als huis
Gaudeamus Festival is ontstaan in een huis in Bilthoven (ca.70 jaar terug). Na WWII, wanneer mensen graag samenkwamen om nieuw muziek te luisteren. Al snel kwamen beroemde componisten ook naar deze plek toe zoals Ligeti en Stockhausen.
Onbekende namen - Gaudeamus in Utrecht
MB: “Gaudeamus krijgt vaak te horen: ‘jullie hebben niet zoveel publiek..’ maar dit is ook niet zo gek wanneer je onbekende namen op het programma zet. De stad Utrecht wil zich profileren als ‘Muziekstad’. Er zijn ontzettend veel muziekfestivals in de stad (Le Guess Who, SPRING dance, Festival Oude muziek)”.
‘Wat doet die man daar nou op het podium?’ Gaudeamus programmering
“Gaudeamus zit in een bepaald niche van de hedendaagse muziek. Wij zien wel dat jonge hedendaagse componisten zelf de uitvoeringspraktijk opzoeken. ‘Zijn ze zelf hun beste uitvoerder?’ is de vraag. Dat weten we niet. Wel ziet men wie de afzender is van het stuk. Dat is iets wat in deze tijd speelt/ waar belang aan wordt gehecht. Ter illustratie. Tijdens festival Oude muziek was er een modern stuk (d.w.z. geschreven door een nog levende componist) uitgevoerd. Deze componist liep na het stuk het podium op om het applaus in ontvangst te nemen. Maar men was hopeloos in de war: ‘Wat doet die man daar nou op het podium?!’ Op het Gaudeamus festival is enkel muziek te horen van nog levende componisten!”
Van underground naar boven.
“Een belangrijk onderdeel van de Gaudeamus is elektronische muziek. Besef je dat zonder de eerste tape manipulaties( Stockhausen, Boulez: snel bestempeld als ‘piep-knor’ muziek), er nu geen elektronische muziek zou zijn. Die eerste experimenten liggen ten grondslag aan de elektronische muziek van nu (ook commerciële muziek), programma’s als ableton live (waar veel dj’s mee werken) zouden niet bestaan zonder die eerste experimenten. Gaudeamus biedt een podium aan die nieuwe wegen. Bv. De act ‘De beren gieren’ bestaande uit contrabas, piano en drums. Ze zijn steeds meer met synths aan de haal gegaan om hun traditionele palet uit te breiden en nieuwe wegen te bewandelen.”
Hedendaagse muziek en de rol van de live-praktijk.
MB: “ Wat ik langzaam zag gebeuren is dat door de veranderende markt (geen opbrengst meer door cd verkoop), er meer live uitgevoerd wordt. Met de live-praktijk wordt het geld verdient. Als festival heb je hoofdacts nodig (die rond de 15- á 20.000 euro per optreden vragen). Deze hoofdacts trekken het publiek. Hier staat tegenover dat je er heel veel kleine, onbekende acts omheen kunt programmeren, die zo een ‘passerend publiek’ krijgen, opgepikt kunnen worden en kunnen doorgroeien.”
Festivalisering
“Wat ik ook zie gebeuren is festivalisering’, zegt Martijn, ‘Het aanbod van podia staat ontzettend onder druk, omdat er zoveel festivals zijn.”
Iets mag mislukken – de bijdrage van Gaudeamus.
“We gaan voor innovatie en experiment. Als jonge maker is het ontzettend moeilijk om iets te ontwikkelen. Wij helpen hen daarbij. Iets mag ook mislukken bij ons. We hebben gedurende het jaar door bijvoorbeeld try-outpodia bij muziekhuis Utrecht.”
Doorstromen in de Utrechtse kunstscene
“Utrecht is een stad, waarbij je als pop-act veilig kunt experimenteren zonder de druk van de buitenwereld en zo kunt groeien binnen de stad. Utrecht kent qua podia mooie gradaties.
stap 1 is bv. een try out podium, kleine plekken als het muziekhuis, dB’s.
stap 2 zou RASA zijn, (nu in moeilijkheden) maar iets met soortgelijke grootte en functie.
stap 3 is dan bijv. TivoliVredenburg.”
Voor wie is Gaudeamus?
MB: “Niet per se mensen die een strijkkwartet willen schrijven, maar wel voor makers die bv. iets op een onorthodoxe plek willen doen, of een nieuw instrument willen ontwikkelen. Ze willen de presentatie van hun muziek ontwikkelen, veranderen.” (Volgend jaar is op het festival bv. een ‘landscape series’ te zien. Een stuk van 75 minuten in installatie-achtige setting waar je je als publiek doorheen beweegt.)
Reacties & Vragen uit het publiek // discussie naar aanleiding van Martijn Buser
Publiek: ‘Utrecht kent veel niches. Neem nu Le guess Who: Een festival wat veel internationaal publiek trekt. Maar wat is nu de meerwaarde hiervan voor een stad als Utrecht. Maakt dat het in Utrecht is nu werkelijk uit? Zou het festival niet evenveel gasten trekken als het ergens op een weiland gehouden werd? Waarom is LeGuessWho een Utrechts ding? behalve dat Utrecht logistiek en centraal gelegen is?’
MB: ‘Je hebt als stad niches nodig om te groeien. Naast mensen uit eigen stad, heb je internationale mensen nodig. Door de samenvoeging met lokale makers, kunnen bijvoorbeeld peermakers van allerlei wereldfestivals nieuw acts ontdekken en boeken.’
Publiek : ‘In de praktijk zie je dat alle bands met enig commercieel succes dezelfde route hebben bewandeld.’
MB: Gaudeamus is niet bezig met commercialiteit. Daar waar het veld het meest lastig heeft, de krenten uit de pap halen en presenteren. Michel van der Aa bijvoorbeeld, heeft in 1999 de Gaudeamus prijs gewonnen en heeft wereldwijd inmiddels 5 opera’s gemaakt. De prijs die wij uitreiken heeft internationaal een enorme spin-off. Festivals kijken naar elkaars festivals en weten zo, dit en dat kunnen we oppikken.
Vragen vanuit Archipel:
‘Veel Utrechtste alumni van de kunstacademie vertrekken uit Utrecht. Waarom is dit?’
MB: ‘Ik zie dit ook gebeuren. Neem nu de Utrechtse geluidskunstenaar Dianne Verdonk. Ze kan geen plek vinden in de stad waar ze 24/7 kan werken of zelfs haar zelfgebouwde instrumenten kwijt kan. ‘Wie heeft hier wel zo’n plek gevonden?’ (bijna niemand in ons publiek..) In Utrecht is de lat vrij hoog om tegen gunstige tarieven je professie uit te oefenen.’
‘Waarom worden er op young composers meeting, onderdeel van het Gaudeamus, nauwelijks tot geen Utrechtse componisten geplaatst? Is dat niet een beetje vreemd, geen componisten van eigen bodem?’
MB: ‘Om eerlijk te zijn vind ik wat er op compositiegebied in Utrecht gebeurt niet interessant genoeg. Teveel voortbordurend op het verleden, op wat is geweest. Wij staan voor ontgonnen terrein en zitten niet te wachten op een Haydn copycat.’
Publiek: ‘Is Utrecht ondergeschikt aan Amsterdam, Den Haag, Rotterdam?’
MB: ‘Utrecht is eigenlijk underground… (behalve NFF). Maar een festival zoals SPRING zijn pioniers in signaleren. Gaudeamus ook. Wij durven dingen in deze stad te tonen die 5 jaar later op Holland Festival staan. Ik zie Utrecht als een plek waar je dit kan doen. Wat een andere stad niet durft.’
De archipel Utrecht
MB: ‘Wat ik misschien wel mis is dat de eilandjes een vrij eigen/specifieke discipline hebben en er geen kruisbestuiving tussen bestaat. ‘
*** STOF TOT DENKEN ***
- Er zijn weinig plekken in Utrecht waar je tegen gunstig tarief je beroep kunt uitoefenen werd gezegd.. Hoe kunnen we dit verbeteren? Het Amsterdamse initiatief ‘Splendor’ *) is in de discussie genoemd. Is zo’n plek denkbaar in Utrecht?
- Hoe kan kruisbestuiving gerealiseerd worden in Utrecht? Is hier behoefte aan? Waardoor vind het zo weinig plaats? Is dit een geografisch, ideologisch, bureaucratisch probleem??
- Even worden de doorgroeimogelijkheden die er bestaan in Utrecht voor het poptraject besproken. Hoe zit dit bij andere disciplines?
- Waar snijdt het kunstonderwijs zichzelf in de vingers?
- Waar begint educatie / culturele opvoeding?
*) Splendor is een Amsterdams initiatief/ community van musici en componisten. Elk lid van deze ‘club’ heeft een bedrag ingelegd om een eigen ruimte/concertgelegenheid te renoveren en creeëren. Elk lid betaald per jaar een bepaald bedrag om de ruimte te onderhouden en draait verplichte diensten/taken in het gebouw. In ruil daarvoor kunnen ze daar repeteren, samenwerken en concerten organiseren. Publiek kan zich abonneren op Splendor of losse kaarten kopen voor concerten.
Samenvatting door Guusje Ingen Housz